Ze hebben al heel wat stof doen opwaaien, Tessa Moorman en Merel von Carlsburg van The Green Happiness. De jonge diëtisten geven via social media en in hun boek ‘Your 50 Days of Green Happiness’ (à 64 euro) tips hoe je je door bewust te eten energiek, gelukkig en gezond kunt voelen. Niet met het eten van een bruine boterham met kaas, vooral niet. Geen eieren, geen gluten, heel af en toe vlees en vis en vooral heel veel groenten en fruit; het liefst rauw, verwerkt in smoothies. En let vooral op de combinaties en tijdstippen waarop je dingen eet, want alles heeft effect op je lichaam.
Een interview in NRC enkele weken geleden maakte veel los in de media en op internet. Andere diëtisten en wetenschappers reageerden geschokt op zoveel ‘onzin’ en vragen zich vertwijfeld af hoe het kan dat twee jonge vrouwen met een mooie site en een discutabel dieet zoveel volgens kunnen krijgen. ‘We zijn de weg kwijt’, stelde culinair journalist Karin Luiten in het programma RTL Late Night.
The Green Happiness en andere populaire voedselgoeroe’s krijgen veel aandacht; vooral van jonge, zelfbewuste vrouwen die kritisch met hun eten omgaan. Daar is niets mis mee, maar dan moeten ze hun keuzes wel kunnen baseren op juiste en eerlijke informatie. De inzichten van Tessa en Merel wetenschappelijk de grond in boren, levert niet zoveel op. De moderne consument krijgt al zoveel inzichten en informatie van telkens weer nieuwe gezondheidshypes, dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Ondertussen profiteert vooral de voedingsmiddelenindustrie van de hypes.
Het wordt tijd dat het boerenverstand weer terugkomt in de keuken. Dat de consument weer bewust wordt van eten, maar vooral ook van de basis van alles. Daarbij gaat het niet zozeer om de wetenschappelijke onderbouwing, maar vooral om de beleving en de smaak. Natuurlijk moet eten verantwoord en gezond zijn, maar dat je daarvoor onmogelijke recepten moet maken en peperdure ingrediënten moet kopen, is helemaal niet nodig.
Wat wel nodig is, is dat consumenten weer weten waar het eten vandaan komt. Dat een aardappel in de grond groeit, een tomaat aan een plant en dat melk uit een koe komt en niet uit een pak. En dat je hiermee met een beetje gezond verstand verantwoorde en gezonde maaltijden kunt bereiden. De basis van deze kennis ligt bij de jeugd. De Youth Food Movenent startte onlangs een campagne om voedselonderwijs structureel in het lespakket te krijgen, zodat op iedere basisschool elk kind leert waar het voedsel vandaan komt. En niet alleen leert, maar ook ziet. Op een echte boerderij of in een echte kas.
De ruim 220 educatieboeren in Nederland hebben zich officieel gebundeld in het Platform Boerderijeducatie Nederland. Een landelijk dekkend systeem waarbij ieder kind smaaklessen krijgt op school en ‘in het echt’ kan zien waar dat eten vandaan komt, dat zou ideaal zijn. Dan komt het boerenverstand weer in de keuken van de consument.
(Geplaatst in Nieuwe Oogst, 8 oktober 2016)
<< Terug